Als er sprake is van een huwelijk in gemeenschap van goederen, zijn veel mensen van mening dat de langstlevende de helft plus een kindsdeel erft.
Het is een veel gehoorde stelling, maar het is niet helemaal juist. De langstlevende krijgt niet de helft plus een kindsdeel, maar een kindsdeel. De langstlevende bezit al de helft van het gemeenschappelijk vermogen. De nalatenschap van de eerst stervende echtgenoot is de helft van het gemeenschappelijk vermogen, en die gaat naar de langstlevende en de kinderen, ieder voor een gelijk gedeelte.
Source: bolding