De wet bepaalt uitdrukkelijk dat beroepsbeoefenaars in de individuele gezondheidszorg, zoals artsen, verpleegkundigen, fysiotherapeuten of psychologen, die een patiënt gedurende de ziekte waaraan hij is overleden, geestelijk of lichamelijk hebben verzorgd, niets kunnen erven als het testament is opgemaakt in de periode dat de patiënt zorg ontving van die hulpverleners.
Source: bolding